Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

dinsdag, mei 22, 2007

‘Dan moet je subsidie aanvragen!’



Onze kinderen hebben een rockband: All Missing Pieces. Ze zijn veertien, twaalf en tien. Spelen gitaar, drums en bas. Dat hebben ze zichzelf geleerd. Ze hebben hun instrumenten ook zelf gekocht, net als hun apparatuur. Daar hebben ze voor gewerkt en gespaard. Ze schrijven hun eigen nummers. ‘Coverbandjes zijn er al genoeg.’ Ze oefenen bijna elke avond, op zolder. De buurt verdraagt het. En veel buren zijn trots, op de jongste rockband van Den Haag. Misschien wel van Nederland.

Ze regelen hun eigen optredens. Beter gezegd, de optredens komen naar hen toe. Ze speelden al in het Haagse stadhuis en het Museon, in het Paard van Troje en Café de Paap. Ze spelen alleen op plekken die voor iedereen vrij toegankelijk zijn. Zoals op 23 juni op de Grote Markt. Ze staan in de Haagse kranten, zijn op de Haagse tv en te vinden op allerlei Haagse sites. En nu ook live op de Nederlandse televisie. Bij de VPRO, in Villa Live, op eerste pinksterdag. Zo vieren ze hun eigen Pinkpop.

Via het internet maken ze dagelijks vrienden. In heel Nederland, in Europa, tot in Amerika. Vaak volstrekt onbekenden die hen weer verder helpen. Want elkaar helpen en geholpen worden, dat is hun wereld. Via MySpace en Hyves. Muziek en filmpjes op het net zetten. Via YouTube. Die worden door anderen dan weer op hun MySpace en Hyves gezet. Etc. etc. Optreden, demo’s opnemen, muziek en filmpjes op het net zetten, weer optreden, meer demo’s, dat is hun business model. Aanstekelijk en wederkerig.

Een van onze buren is ambtenaar bij Economische Zaken. Hij denkt in termen van innoveren en stimuleren. Hij hoorde vorig jaar van de drummer over hun plannen voor een geïsoleerde studio. Ze wilden misschien aandelen, Pieces, ‘studiostukken’ van 100 euro gaan uitgeven om hun studio te financieren. Maar voor de EZ-ambtenaar dat hoorde was zijn spontane reactie al: ‘Dan moet je subsidie aanvragen!’ Daar had de jonge ondernemer nog nooit van gehoord.

‘Weten wat je wilt, doen wat je kunt'


Als je je leven durft om te gooien, kom je beter in je vel te zitten. André Meiresonne ervoer dat, toen hij zijn managementbaan opgaf en voor zichzelf begon. Om zijn ervaringen te delen met anderen, schreef hij het boek ‘Zin! Leidinggeven aan jezelf en anderen’.

Tekst en foto: Lilian van Dijk, voor Haag West Nieuws

Zin! Is het eerste boek van André Meiresonne. Hij is net 51 jaar geworden. 'Ik heb het gevoel dat ik pas net begonnen ben. Dit is wat ik wil. En ik kan het nu ook. Hiermee ga ik verder de diepte in.' Het rijpingsproces voor Zin! duurde vijf jaar en mondde uit in een creatieve explosie. 'Ik had het al die tijd al bij me.' Zomer 2006 schreef hij het boek in vijf weken tijd. 'Het rolde als vanzelf eruit. Ik ben toen nog vijf weken met de vormgeving bezig geweest, samen met jacky-o uit Rotterdam. Ik ken geen ontwerper die zo flexibel is en zo open staat voor suggesties. En nu ga ik door. Ik wil nog een boek schrijven.'

Wat hij in Zin! beschrijft, heeft Meiresonne in die periode zelf geleerd en al doorgegeven in workshops. Het is een bijzonder boekwerk geworden, dat op het eerste gezicht lijkt op een extreem dicht cahier waarin je in de jaren zestig je huiswerk maakte. Het bestaat uit korte hoofdstukjes. Het zijn impressies, gedachtespinsels, ervaringen in het gezin en op het werk, geïllustreerd met van alles en nog wat, van foto’s van bekende personen uit de vorige en deze eeuw tot badeendjes en speelgoedfiguurtjes en abstracte kunst. Teksten van hemzelf of van anderen, die hem inspireerden of aan het denken zetten. Omdat het allemaal minihoofdstukjes zijn, kun je het gemakkelijk even oppakken, wat lezen en het neerleggen tot een volgend moment dat je even tijd hebt. Dat betekent niet, dat er geen lijn in zit. Deel I, Zin krijgen, gaat over bewust worden van jezelf en je omgeving. Deel II Zin hebben, heeft als subtitel Weten wat je wilt en doen wat je kunt en het derde gedeelte, Zin geven, spoort de lezer aan met: ‘En nu aanpakken’.

Meiresonne verklaart zijn missie met dit boek als volgt: 'Ik wil mensen een handje helpen om zichzelf beter te leren kennen om daardoor makkelijker met andere mensen te kunnen omgaan. Minder gedoe, meer plezier. Ik weet uit eigen ervaring dat je jezelf behoorlijk in de weg kunt zitten.' Maar je kunt jezelf ook verder helpen. 'Als je jezelf durft aan te kijken voor de spiegel en ziet wie je bent, met inbegrip van je vervelende kanten, zul je merken dat een heleboel gedoe om je heen zich oplost.' Meiresonne is ervan overtuigd dat mensen veel problemen zelf creëren. Zijn advies: 'Kijk wat je er zelf aan bijdraagt. Andersom kun je dieper doordringen in wie je werkelijk bent. Veel mensen zijn heel wat leuker en aardiger dan ze van zichzelf denken. Ze lopen met een negatief zelfbeeld rond. Dat is doodzonde.' Mensen leven te veel in hun hoofd, vindt Meiresonne. 'Ze hebben er grote moeite mee om echt te voelen wat ze voelen. Hun gevoel is afgesloten en daarom kunnen ze ook niet voelen wat anderen voor hen voelen. Ze kunnen geen liefde ontvangen. Als een ander iets aardigs tegen hen zegt, denken ze steeds: dat zeg je nou wel, maar dat doe je alleen maar om. Zo blijft hun negatief zelfbeeld in stand. De angst om te voelen wat ze voelen en dat te tonen, zit hen in de weg. Zelf worstel ik er ook nog dagelijks mee.'

'Ik heb liever een leuke vent die te weinig verdient'


Meiresonne ziet hoe mensen zich anders opstellen in hun werksituatie. 'We komen binnen, hangen onze jas op en trekken ons terug in ons hoofd. Dan worden we van die rationele, koude, calculerende, bange mensen. Het lijkt wel of we niet meer normaal kunnen doen.' Je zou jezelf eens wat kritische vragen kunnen stellen, vindt hij. 'Wat zou er gebeuren als we op het werk even hartelijk, leuk en aardig zou doen als in onze vrije tijd? Hoe komt het dat we dat alleen kunnen tonen als we bardienst hebben bij de voetbalvereniging? Waarom zijn we om negen uur iemand anders dan toen we om half negen de kinderen naar school brachten? Waarom verstrakken we?' Hij geeft zelf het antwoord: ‘Dat gedrag hebben we heel lang geleden aangeleerd, omdat het ons voorgedaan is. Kopieergedrag heet dat. We doen anderen na. Onze vader, moeder, leraar, de dominee, de boven-ons-gestelden.'

Meiresonne weet hoe je dat gedragspatroon kunt doorbreken: 'Sta stil bij jezelf. Vraag je af: wat ben ik aan het doen? Wat voel ik erbij? Vraag je zelf drie maal daags af: Wil ik dit wel? Kan dit ook anders? Word ik hier blij van?' Het antwoord is vaak nee. 'Dan gaan alle luiken dicht, want we zijn bang voor dat antwoord. Ja maar, denk je dan, zo hoort het toch? Zo gaat het nou eenmaal. Hoe moet ik anders de kost verdienen?' Meiresonne ervaart dat vaak in gesprekken met mensen tussen de 40 en 50. 'Als ik hen vraag: ‘Waarom ga je dan niet iets doen wat je wel leuk vindt?’, beginnen ze over de huur of de hypotheek, of over wat het kost om de kinderen te laten studeren. En daarmee is het einde gesprek.' Meiresonne gelooft niet dat die financiële overwegingen een belemmering hoeven te zijn. 'Als je echt gaat doen wat je het liefst wilt en waarin je goed bent, zul je zakelijk gezien zelfs misschien nog succesvoller zijn en als mens gelukkiger. Iedereen heeft een kwaliteit, iets bijzonders, iets te bieden. De kunst is om door te dringen in wat jouw eigen ding is, wat je het allerliefst doet. Jouw bijdrage. Waarom zou een ander blij zijn met jou? Kun je daarbij komen?'

Meiresonne heeft zelf in die situatie gezeten. 'Ik heb ook al mijn zekerheden opgegeven. Ik was manager, mijn vrouw had een goede baan. Op een dag hebben we gezegd: ‘Het is mooi geweest.’ Ik was bijna vijfenveertig. Ik ben toen voor mezelf begonnen, niet gehinderd door enige kennis van zaken.' Wat ook heel belangrijk is: 'Je laat je status los. Je hoeft bijvoorbeeld niet op wintersport. We komen nu met z’n vijven met minder rond dan toen we met z’n tweeën waren. Wij hebben nog maar één auto, een ouwetje vol krassen en deuken. Hij rijdt heerlijk. Je kunt met minder toe dan je denkt.' Veel mensen zijn er tegenwoordig mee bezig, weet Meiresonne. 'Ze doen niet langer mee met de race naar de top.' Als echtpaar moet je vertrouwen in elkaar hebben. 'M'n vrouw Léonne zei: ‘Ga alsjeblieft iets doen waar je hart naar uit gaat. Ik heb liever een leuke vent die te weinig verdient dan een vervelende die genoeg verdient.'

Zie je ballast van vroeger als bagage, iets waaruit je kunt putten als jij dat wilt

Een sleutelvraag die je jezelf kunt stellen als je bang bent om uit een vertrouwde, maar onbevredigende arbeidssituatie te stappen is, volgens Meiresonne: 'Van wie moet ik dit? Dan kom je bij je oude voorbeelden: je vader, je moeder, je leraar, de dominee. Het gaat ook over bevrijding van je verleden zonder dat je blijft hangen in boosheid. Dat helpt toch niet.' Je moet er anders mee omgaan: 'Zie je ballast van vroeger als bagage, iets waaruit je kunt putten als jij dat wilt, maar wat je ook in een kluis op het station kunt achterlaten. Dit heeft me tot hier gebracht en nu ga ik mijn eigen leven leiden.' Doorbreek het patroon, spoort Meiresonne aan: 'Het grootste cadeau dat je je kinderen kunt geven is het verbreken van die eindeloze keten die van generatie op generatie wordt doorgegeven van wat er allemaal moet. Daarmee geef je ze de vrijheid om zelfstandig keuzes te maken en hun eigen leven in vrijheid te leiden. Je geeft ze de ruimte.'

Veel mensen zijn doodsbang voor een crisis, weet Meiresonne. 'Je hebt dan de neiging om eruit te willen, maar als je niet durft door te gaan tot op de bodem, kom je in een volgende crisis terecht. Zo ga je van crisis tot crisis. Als je de moed hebt om echt tot op de bodem te gaan, komt het inzicht wardoor je je leven wit veranderen. Je gaat beslissingen nemen: nu ga ik het eens anders doen. En nou is het mooi geweest. Afgelopen, klaar! Je moet het spuugzat zijn.' Na die woede kom je op een punt dat je hardop zegt: ‘Ik weet het niet meer’, aldus Meiresonne. 'Dan weet je dat je op de bodem zit. In die overgave, vanuit dat niets, komt het verlossende inzicht en kun je weer gaan groeien. Dat heet transformatie. Je komt op nieuwe ideeën, krijgt heldere inzichten, ruimte om een volgende stap te zetten.' Meiresonne raadt iedereen aan zijn leven in eigen hand te nemen. 'Je kunt de moed in jezelf vinden. Soms word je van buiten geholpen, bijvoorbeeld als je eruit gegooid wordt bij een reorganisatie of je partner gaat bij je weg. Beleef een crisis niet alleen als iets ellendigs, maar ervaar de mogelijkheden, grijp je kansen. Ga niet bij de pakken neerzitten. Het kan, ik heb het zelf meegemaakt.'

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More